maandag 12 oktober 2009

Triduüm van O.-L.-V. van Altijddurende Bijstand

Ingekorte en aangepaste versie van de overwegingen die ik tijdens het triduüm van O.-L.-V. van Altijddurende Bijstand in de St.-Norbertuskerk (Antwerpen-Zurenborg) hield:

Maandag 5 oktober 2009

Lezingen: Jona 1,1-2,1.11 / Lc. 10,25-37

 Het eerste luik: “De weg naar de andere”

Het triduüm van O.-L.-V. van Altijddurende Bijstand biedt ons de gelegenheid om op zoek te gaan naar de betekenis van Maria voor ons christenen vandaag. Maar ook: Kan Maria de achterliggende betekenis van de Schriftteksten van dit triduüm helpen verstaan?

Heel wat christenen, ja zelfs katholieken, worstelen met Maria. Ten dele zijn een aantal uitwassen, gaande van kitsch tot commercie, hieraan ongetwijfeld schuld. Om nog maar te zwijgen van de commotie nu en dan, wanneer iemand meent de Heilige Maagd te hebben gezien in het condensatiespel op de badkamerspiegel, in een wolkje melk of een sneetje marmercake. Het ware beter dat geestelijke verzorgers, en niet kerkelijke commissies zich hierover zouden buigen. Maar heeft die worsteling van heel wat mensen met Maria ook niet te maken met een diepere geloofscrisis? Heel wat mensen worstelen vandaag de dag met hun geloof. Maria is als het ware de verpersoonlijking van dat geloof. Zij heeft onvoorwaardelijk ‘ja’ gezegd tegen Gods Woord. Dienen we haar niet te aanschouwen als de persoon die ze in werkelijkheid is, namelijk de vrouw in wiens schoot Gods Woord vlees is geworden? En staan ook wij, zoals Maria, open voor Gods Woord? In de Schriftteksten klinkt Gods Woord. Kan Maria ons helpen dit Woord beter te verstaan? Ik meen van wel.

Op de eerste dag van het triduüm luisterden we naar het verhaal van de barmhartige Samaritaan, een tekst uit het Lucasevangelie. Ook de twee andere dagen stonden teksten uit Lucas op het leesrooster. De ene lezing is het verhaal over Marta en haar zus Maria die Jezus in hun huis ontvangen. Het derde evangelieverhaal: de boodschap van de engel Gabriël aan Maria. In zekere zin vullen de drie teksten elkaar aan. Elke tekst stelt namelijk één van de drie basiswegen (of noem het basisrelaties) van het gelovige leven centraal: de relatie met onszelf (Marta en Maria), de relatie met de ander (het verhaal van de barmhartige Samaritaan), en de relatie met de Ander, God, de grond van ons bestaan (de boodschap van de engel aan Maria). Het zijn de drie dimensies van ons gelovige leven. Ze worden ook meteen bij aanvang van de evangelielezing bij de eerste triduümdag voorgesteld. De wetgeleerde vraagt: “Wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” (vers 25) Vervolgens krijgen we een verwijzing naar de wet: “Gij zult de Heer uw God beminnen … en uw naaste gelijk uzelf” (vers 27). God beminnen, maar ook uw naaste en uzelf.

Het zijn drie relaties die we wel van elkaar kunnen onderscheiden, maar die in geen geval los staan van elkaar. Ze vormen een echte eenheid. Immers, de wijze waarop we met onze naaste omgaan, zegt alles over de relatie die we hebben met God. Wanneer we willen weten hoe we tegenover God staan, hoeven we alleen maar te kijken naar de manier hoe we met onze medemensen omgaan. En als mensen zeggen dat ze God uit hun leven wensen te bannen – wat vandaag de dag ‘bon ton’ lijkt te zijn: negeren die mensen daarmee niet een deel van zichzelf? En wel het meest fundamentele deel, namelijk de oorsprong van hun bestaan? Het is dezelfde paradox die kleeft aan de uitspraak van de humanist die zegt dat hij de mens in zijn totaliteit wil vatten, maar die tegelijk het wezen van de mens verkort, door hem te ontdoen van de grond van zijn bestaan, namelijk God. Of zoals de paus het stelt: “een humanisme zonder God is onmenselijk.”

In de eerste lezing op maandag hoorden we hoe de profeet Jona van God de opdracht krijgt om de mensen van Nineve voor God te winnen. Jona gaat echter niet naar Nineve. Hij vlucht weg voor God. Een vlucht voor God, die tegelijk ook een vlucht voor zijn persoonlijke roeping, zijn bestemming (zichzelf) is. En hij vlucht ook voor zijn medemensen, tot in het diepst van het ruim van het schip.

Dit jaar mogen de evangelielezingen dan wel elk één van de drie basiswegen van het gelovige leven centraal stellen, de twee andere dimensies zijn uit de teksten echter niet weg te denken. Ook in de parabel van de barmhartige Samaritaan draait het niet enkel om wat we voor onze medemens kunnen doen. Het verhaal is een illustratie bij wat er geschreven staat in de wet. In de wet staat niet enkel dat we onze naaste moeten beminnen, maar ook onszelf en, op de eerste plaats, God. De man die half dood aan de rand van de weg ligt: dat is ook God die op je weg komt. Maar op de tweede plaats ontmoeten we in onze naaste ook onszelf. Het leed van die man langs de weg raakt ook ons, alsof de man ook een stuk van onszelf is. Wat een ander gebeurt, gebeurt ook met mij. De pijn van die man is ook mijn pijn.

Tenslotte Maria. Kan zij ons tot voorbeeld strekken in onze relatie met de medemens? Vanuit de Schrift weten we maar bitter weinig over Maria. En toch hebben we Maria nodig om Jezus en zijn Woord, dat ook Gods Woord is, ten volle te begrijpen. Maria verwijst ons ook door naar haar Zoon en zijn Woord: “Doe maar wat Hij u zeggen zal” (Joh 2,5) zegt zij op de bruiloft te Kana. En nadat Maria te horen heeft gekregen dat zij een zoon ter wereld zal brengen, de Zoon van God, roept zij in het Magnificat haar vreugde uit. Dit Magnificat zet meteen ook de krijtlijnen uit van Jezus’ openbare optreden. Maria zegt: 

“Machtigen haalt Hij omlaag van hun troon,

eenvoudigen brengt Hij tot aanzien.

Behoeftigen schenkt Hij overvloed,

maar rijken gaan heen met ledige handen.”

Gangbare waarden en conventies worden door Jezus op hun kop gezet. En dat is wat Hij zijn gehele openbare leven heeft gedaan. Maria heeft deze bevrijdende boodschap van zorg voor de noodlijdende letterlijk tot groei gebracht. Zijn ook wij bereid om deze boodschap toegang te laten vinden in ons leven? Mogen de woorden uit het evangelie van vandaag in het leven van ieder van ons een vervolg krijgen. Daarom tot slot de oproep van Jezus uit de evangelietekst over de barmhartige Samaritaan: “doe dat en gij zult leven.”

Dinsdag 6 oktober 2009

Lezingen: Jona 3,1-10 / Lc. 10,38-42

Het tweede luik: De weg naar onszelf

De drie evangelieteksten van het triduüm vullen elkaar in zekere zin aan. Elke van de drie evangelieteksten stelt één van de drie basiswegen van het gelovige leven centraal, namelijk de relatie met onszelf, de relatie met de andere en de relatie met God. Tal van denkers en schrijvers hebben over deze drievoudige relatie reeds heel wat inkt laten vloeien. De in 1996 overleden Nederlandse priester Henri Nouwen schreef in 1986 een boek (in het Engels). De Nederlandse vertaling luidt: Open uw hart: De weg naar onszelf, de andere en God (Tielt, 2003). Het boek is een zoektocht naar ons eigen binnenste, langs die drie wegen. Nouwen koppelt elke weg aan een begrippenpaar: eenzaamheid en innerlijk alleen-zijn (de weg naar onszelf), vijandschap en gastvrijheid (hier bevinden we ons in relatie tot de andere), en illusie respectievelijk gebed (de weg naar God). De begrippen van elk paar staan in een tegengestelde verhouding. Zo staat eenzaamheid tegenover innerlijk alleen-zijn, vijandschap tegenover gastvrijheid en illusie tegenover gebed. Volgens Nouwen dient ons gelovige leven erin te bestaan dat we durven uitstijgen boven onze eenzaamheid, vijandigheid en illusies. Pas dan is het mogelijk om innerlijk alleen en gastvrij te zijn, maar ook om op zoek te gaan naar God. Uit Hem komt alle werkelijkheid voort. Hij ligt ook ten grondslag aan ons innerlijk alleen-zijn en onze gastvrijheid.

Iedereen kent wel momenten van eenzaamheid. Als gevolg doen we er alles aan om onze eenzaamheid te ontvluchten. We zoeken afleiding, door ons te storten in de drukte van ons moderne, jachtige leven, om toch maar niet de confrontatie met onze eenzaamheid hoeven aan te gaan. "Wanneer we geen werk hebben dat nog af moet, een vriend kunnen opzoeken of een boek lezen, tv-kijken of muziek opzetten en we helemaal op onszelf zijn teruggeworpen ... komt de ontdekking van onze fundamentele eenzaamheid ons zo te na en zijn we zo bang te merken dat ons hele leven doordrongen is van deze verlatenheid, dat we alles in het werk stellen om nieuwe bezigheden te zoeken en te doen alsof er niets aan de hand is." (Nouwen, p. 21)

Het is deze houding die de figuur van Marta in Lc. 10 kenmerkt. Jezus, die op weg is naar Jeruzalem, is te gast bij twee zussen, genaamd Marta en Maria. Marta wordt volledig opgeslorpt door de drukte van het bedienen. Haar zus echter, Maria, is gezeten aan de voeten van de Heer. ‘Aan iemands voeten zitten’ is een oude joodse uitdrukking en betekent: ‘in de leer zijn bij’, ‘leerling zijn van’. Jezus en Maria zitten dus niet zomaar gezellig een praatje te slaan bij een glaasje cava. Neen, Jezus geeft onderricht aan zijn leerlinge Maria. Maria luistert naar wat Jezus zegt. Zij luistert naar Gods Woord. En Marta doet haar beklag bij Jezus. Jezus antwoordt dat zij zich veel te druk en bezorgd maakt. Hij lijkt hier te willen zeggen: Waarom heb je niet voor het beste deel gekozen, zoals Maria dat gedaan heeft? Als Jezus te gast is, als Jezus bij ieder van ons te gast is, dan dienen we te kiezen voor datgene waarvoor Hij bij ons langs komt. Jezus wil ons iets duidelijk maken. Hij wil ons in het snelle ritme van ons leven doen stilstaan bij datgene waar het echt om gaat. “Marta, Marta, …”, zegt Jezus. De herhaling van de naam is typisch voor bijbelse roepingenverhalen: “Mozes, Mozes”, klonk het vanuit het brandende braambos, “bevrijd mijn volk uit de slavernij van Egypte.” (Ex. 3,4) “Saul, Saul” sprak een stem uit de hemel toen Paulus op weg was naar Damascus (Hand. 9,4). Met “Marta, Marta” roept Jezus haar op om ook een keer stil te staan bij haar werkelijke roeping. Hij nodigt haar uit om uit de drukte en de zorgen van het moment te stappen en op zoek te gaan naar zichzelf, naar haar eigen innerlijke stem, met andere woorden, naar datgene waartoe zij geroepen is.

Ook wij mensen hebben het altijd te druk. Steeds begaan met praktische en andere beslommeringen hebben we geen tijd voor de essentiële dingen. Dan kan het een hulp zijn om alleen in gebed te vertoeven bij de ikoon van O.-L.-V. van Altijddurende Bijstand. Maria kijkt ons aan en plukt ons uit het leven van elke dag, een leven dat we dikwijls eerder onbewust lijken te ondergaan. Ze bevrijdt ons met haar blik uit onze geslotenheid en helpt ons te verwijlen bij ons leven dat dikwijls door lijden en zorgen is getekend. De ikoon is van het zogenaamde Hodigitria-type: het type ikoon, waarbij Maria naar haar Zoon wijst, als wou ze zeggen: “Hij is de weg”.  Jezus is de weg. Jezus is onze weg naar het volle leven, het leven waarin wij onze bestemming als mens ten volle beleven. Maria houdt ons Jezus’ leven voor ogen, een leven dat ook gekenmerkt was door lijden, ja dat eindigde met de dood aan het Kruis. Maria kent het lijden. Zij voorzag het lijden van haar Zoon, maar biedt ons haar hulp op elk moment, haar altijddurende bijstand. De enig mogelijke houding om de ikoon te aanschouwen, is een houding van geloof en gebed, maar daarover gaat specifiek het derde en laatste luik.

Woensdag 7 oktober 2009

Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans

Lezingen: Hand. 1,12-14 / Lc. 1,26-38 

Het derde luik: De weg naar God

In de voorgaande delen stonden de relatie met de andere en met onszelf centraal. Het derde en laatste luik: de relatie met Hem aan wie wij ons bestaan te danken hebben. Maria is daarin inderdaad voor ons gelovigen een voorbeeld. Maria gaat ons voor in onze relatie met God. En toch: ook haar is niets menselijks vreemd. De engel meldt namelijk aan Maria dat zij zwanger zal worden en Gods Zoon zal ter wereld brengen. Hierop antwoordt Maria: “Hoe zal dit geschieden, daar ik geen gemeenschap heb met een man?” (vers 34) Zulk een uitspraak blijft aan het puur feitelijke kleven. Het is een uitspraak die niet ter zake doet, wanneer God in het gebeuren ingrijpt. Het is een vraag die het concreet-tastbare betreft, maar die geen betrekking heeft op wat God doet.

Wat in het evangelieverhaal van vandaag gebeurt en wat er gezegd wordt: dat is inderdaad moeilijk te vatten! Het druist in tegen alle natuurlijke wetmatigheden. En mensen stellen vaak vragen bij de maagdelijke geboorte van Christus. Wanneer mensen dit verhaal horen, dan gaan de vragen steeds in de richting van: Hoe kan je hierin geloven? Zoiets kan niet! Wie dit voor waar aanneemt, moet écht wel achterlijk zijn. Hoe is dit in hemelsnaam mogelijk? Inderdaad: hoe is het in hemels-naam mogelijk? Het is enkel in hemels-naam mogelijk. Het is zinloos om te trachten dit gebeuren rationeel te begrijpen. Wat zich hier voltrekt, is met ons verstand niet te vatten, omdat we er met de verkeerde bril naar kijken. Wij kijken steeds door een menselijke bril en niet door Gods bril.

Paulus heeft het in zijn eerste Korintiërsbrief ook over dit verschil tussen: door een menselijke bril kijken en door Gods bril kijken. Hij plaatst de wijsheid van de wereld tegenover Gods wijsheid. Hij schrijft: “Heeft God de wijsheid van de wereld niet tot dwaasheid gemaakt? In Gods wijsheid heeft de wereld met al haar wijsheid God niet gevonden”. En verder: “wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren, om de wijzen te beschamen; wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren, om het sterke te beschamen; wat voor de wereld van geringe afkomst is en onbeduidend, heeft God uitverkoren … opdat tegenover God geen mens zou roemen op zichzelf.” (1Kor 1,20.21.27-29)

Paulus betrekt deze woorden op de prediking van het kruis. De gedachten zouden ook van toepassing kunnen zijn op het verhaal van de boodschap aan Maria. Uit een bescheiden, joods meisje van geringe afkomst is de Verlosser van de wereld geboren. Wat klein is, is in Gods ogen groot. We zien op de ikoon het kleine: het kleine Christuskind. Klein, maar tegelijk onze Weg. Een Verlosser die uit een vrouw is geboren die naar wereldse normen gering zou worden geacht. God komt tot ons langs het kleine, langs datgene wat wij als gering achten. En God heeft juist deze weg gekozen, om diegenen die zich in deze wereld groot en wijs achten in hun koppigheid te ontkrachten. Menselijke wijsheid mag zichzelf dan wel voornaam achten, menselijke wijsheid is in Gods ogen niets. Menselijke wijsheid kan het goddelijke mysterie niet vatten, biedt geen opening voor Gods genade. Het is wijsheid die op zichzelf gericht is, op eigen roem. Het is wijsheid die meent de echte waarheid in pacht te hebben, die zichzelf vanalles wijsmaakt en de hemel op aarde belooft. Dat is wat Nouwen de weg van de illusie noemt: wanneer wij onszelf aanpraten dat wij, door op onze eigen, menselijke kracht te beroepen, heer en meester kunnen zijn over ons eigen lot.

Henri Nouwen schrijft in Open uw hart: “God is ‘verder weg’, verder dan onze harten en ons verstand, onze gevoelens en gedachten, onze verwachtingen en verlangens en alle gebeurtenissen en ervaringen die samen ons leven vormen.” (p. 113). Het wonder dat in het evangelieverhaal geschiedt, is terecht een aanfluiting van onze illusies. Wat God doet, is voortdurend onze illusies ontmaskeren. We kunnen pas echt God ontmoeten, wanneer we ons laten bevrijden uit onze illusies. De God die we dan ontmoeten, is niet de God die al onze wensen en verlangens helpt vervullen. Neen, het is de “God die al onze verwachtingen, dromen en verlangens te boven gaat.” (p. 116)

Pas wanneer we onze illusies laten voor wat ze zijn, dan is er plaats voor gebed. De weg van illusie naar gebed, zoals Nouwen schrijft. Het gebed beschouwt Nouwen als de plek bij uitstek waar we op zoek kunnen gaan naar de intimiteit met God. Enkel door het gebed komen we dichter bij God en kunnen we ons openstellen voor zijn genade en voor datgene wat Hij met ons voorheeft. In het gebed breken we doorheen ons pantser waarmee wij ons beschermen. Pas dan kan God tot ons spreken, kan zijn Woord tot ons doordringen. Want vaak zitten we opgesloten in die kleine wil van ons. Wanneer we echter ons durven openstellen voor datgene wat God van ons verlangt, voor zijn Woord, dan pas kunnen we ook volgens zijn Wet leven. Dan leren we niet enkel om Hem lief te hebben, maar ook de anderen zoals onszelf. Dan ontdekken we echt onze roeping.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten