zaterdag 8 februari 2020

"Gij zijt het zout der aarde, het licht der wereld"

Homilie bij de 5de zondag door het jaar A

Sinds de advent lezen we uit het evangelie volgens Matteüs. Van die Matteüs weten we dat hij zich met zijn evangelie ook en misschien wel vooral wilde richten tot diegenen die uit de Joodse traditie kwamen. Dat waren mensen voor wie de wet, de Tora, geen vodje papier was, maar wel de weg ten leven. En Matteüs wilde hen duidelijk maken dat de nieuwe wet die Jezus is komen brengen geen afbreuk doet aan de oude wet die voor hen zo heilig was. Jezus zegt het zelf: Hij is niet gekomen om de wet op te heffen, maar wel om hem tot vervulling te brengen. Geen jota of haaltje zal Hij aan de wet veranderen. Deze en volgende zondagen lezen we uit die nieuwe wet die Jezus (de nieuwe Mozes) is komen brengen. Normaal gezien hadden we in de liturgie van vorige zondag die nieuwe wet gehoord: de beroemde zaligsprekingen uit het vijfde hoofdstuk van Matteüs. Maar omdat 2 februari op een zondag viel, vierden we vorige week de liturgie van Lichtmis.

De zaligsprekingen uit de beroemde bergrede bij Matteüs gaan onmiddellijk vooraf aan het evangelie van vandaag: “Zalig de armen van geest…, zalig de treurenden…, zalig de zachtmoedigen…, zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid…, zalig de barmhartigen, de zuiveren van hart, die vrede brengen, die vervolgd worden om de gerechtigheid, zalig zijt gij wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil…” En meteen na die zaligsprekingen roept Jezus zijn leerlingen op om het zout der aarde te zijn en het licht der wereld. Wie leeft volgens de zaligsprekingen is als vanzelf zout der aarde, licht der wereld.

Ooit zei iemand: “Als men alle evangelieboeken ter wereld zou vernietigen, zou men het evangelie gemakkelijk opnieuw moeten kunnen schrijven, alleen door de christenen te zien leven!” Door hun manier van leven zouden de christenen het zout van de aarde, het licht van de wereld, de stad op de berg moeten zijn.

Als we op zondag rondkijken in onze kerken, dan beseffen we dat we stilaan een kleine minderheid geworden zijn. En dat kan ons misschien ontmoedigen om het zout van de aarde, het licht van de wereld te zijn. Maar, moeten we hiervoor met velen zijn? Ook in Jezus’ tijd vormden zijn volgelingen slechts een kleine groep in de samenleving en ook tot hen zegt Jezus: “Gij zijt het zout der aarde, het licht der wereld.” Je weet, zout moet je matig gebruiken. Te veel is niet alleen slecht voor de gezondheid maar ook voor de smaak van het voedsel. Een snuifje is al genoeg om het voedsel smaak te geven. En ook een klein beetje licht, het vuur van slechts één enkele lucifer, is voldoende om de volledige duisternis te doorbreken. Als Jezus dan spreekt van zout en licht spreekt Hij van iets dat op zich klein is, maar dat de kracht heeft om het geheel te veranderen. Zo hoeven we als christenen niet met velen te zijn om een teken van tegenspraak te zijn in een samenleving die wat rendabel, berekenbaar en beheersbaar is tot hoogste goed verheft en die onbeholpen is in de omgang met wat zwak, gebrekkig, ziek, niet rendabel en onaf is en dit het liefst van al uit de wereld wil gebannen zien. Hiertegenover prijst Jezus in zijn bergrede net de armen van geest, de treurenden, de zachtmoedigen, de barmhartigen zalig (gelukkig)… net die eigenschappen die in onze ‘samen-leving’ minder van tel zijn.

En ook Paulus plaatst in zijn eerste Korintiërsbrief, waaruit we in de tweede lezing een fragment hebben gehoord, tegenover de logica van de wereld een geheel andere overtuiging: dat “wat voor de wereld zwak is, God heeft uitverkoren, om het sterke te beschamen. Wat voor de wereld van geringe afkomst is en onbeduidend, heeft God uitverkoren; wat niets is om teniet te doen wat iets is, opdat tegenover God geen mens zou roemen op zichzelf.” En vandaag schrijft Paulus in verband met de verkondiging dat hij zich “zwak, nerveus en angstig voelde”, maar dat zijn woorden juist hierdoor konden getuigen van “de kracht van de Geest”, van Gods kracht.

Is dit ook niet wat er schort in het euthanasiedebat dat recent weer is opgelaaid? Dat de westerse mens zich roemt op zichzelf? Dat hij handelt alsof hij zichzelf gemaakt heeft en daarom van oordeel is dat hij over leven en dood kan beschikken? Moeten wij als christenen in dit debat niet het zout der aarde en het licht der wereld zijn? Door erop te blijven hameren dat de mens een gave Gods is en dat daarom zijn leven heilig en onaantastbaar is? Door eraan te herinneren dat lijden en sterven bij het leven horen en dus volkomen ‘menselijk’ zijn? Dat de uitweg uit dat lijden niet bestaat in de actieve levensbeëindiging, maar wel in de taak van de zorgkundigen, maar ook van ons allen, om elkaar te helpen het lijden te verzachten of weg te nemen?

In een scherpe analyse in Tertio schrijft hoofdredacteur Van Lierde naar aanleiding van het recente euthanasieproces te Gent, dat het ons duidelijk maakt “dat de samenleving faalt in het omgaan met kwetsbare mensen, met lijden en dood.” Ja, onze samenleving is onbeholpen in de omgang met wat zwak, gebrekkig, ziek, niet rendabel en onaf is. Is iemand niet meer levensvatbaar als hij of zij niet meer aan de hoge normen van onze samenleving voldoet? En bestaat de menselijke kracht en schoonheid niet juist in het gegeven dat hij of zij onvolmaakt, klein, kwetsbaar en gebrekkig is, omdat juist hierdoor ruimte ontstaat voor Gods kracht? “Gelukkig de armen van geest, want zij zullen deelhebben aan Gods Rijk van liefde en vrede.” “Gelukkig de treurenden, want zij zullen Gods troost ervaren." “Zalig de barmhartigen, want zij zullen Gods barmhartigheid ondervinden.”

Maar ook: “Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil”. Hoe actueel, zeker als je bedenkt hoe de Kerk naar aanleiding van het recente euthanasieproces wordt verdacht gemaakt. Zij oefende zogezegd druk uit op het openbaar ministerie om tot vervolging over te gaan.

Wie het licht en het zout der wereld, wie Jezus trouw wil zijn en daardoor een teken van tegenspraak is, zal ook veel tegenspraak ondervinden. De leerling staat niet boven zijn meester. Dat mag ons niet weerhouden om af en toe onze nek uit te steken voor wat ons nauw aan het hart ligt zoals Jezus dat ook deed. Kijk naar Hem. Dit was niet altijd gemakkelijk. Maar we geloven wel dat zijn weg niet stopte in de dood op een kruis maar dat in Hem de weg te vinden is naar het ware leven voor alle mensen.

dinsdag 4 februari 2020

Emmanuel Van Lierde in 'Tertio': "Vrijspraak geeft vrijbrief voor euthanasie"

Ook verdachtmakingen en intimidatie worden niet geschuwd om het zwijgen op te leggen, schrijft Tertio-hoofdredacteur Emmanuel Van Lierde. Lees zijn standpunt hier.